Terugblik met Klaus Voormann op het eerste benefietconcert uit de geschiedenis van de popmuziek

Terugblik met Klaus Voormann op het eerste benefietconcert uit de geschiedenis van de popmuziek

Door Harry de Jong

Op 1 augustus 1971 verzorgde George Harrison samen met onder andere Ravi Shankar, Bob Dylan en Eric Clapton in het immense Madison Square Garden in de Amerikaanse hoofdstad twee concerten waarvan de opbrengst bestemd was voor de honderdduizenden mannen, vrouwen en kinderen die het door oorlog verscheurde  Bangladesh (Oost-Pakistan) waren ontvlucht en onder erbarmelijke omstandigheden in het aangrenzende India leefden. Het zou het eerste benefietconcert uit de geschiedenis van de popmuziek worden. Bassist en beeldend kunstenaar Klaus Voormann (85) was erbij en blikt samen met Harry de Jong terug op die turbulente dag.

Levensmissie

,,Het was voor George Harrison bijna zijn levensmissie om dat benefietconcert voor Bangladesh uit de grond te stampen. Hij was er wekenlang dag en nacht mee bezig. En ik hielp zoveel ik kon, want ik woonde op dat moment bij hem in Londen en was dus altijd beschikbaar om bij te springen. Als ik ’s morgens beneden kwam, hing hij al aan de telefoon en dat ging letterlijk dagen achter elkaar door. We zijn vervolgens samen naar New York gereisd om de zaken in Madison Square Garden  te regelen en te repeteren met alle artiesten die hadden toegezegd mee te doen.’’  Bassist en beeldend kunstenaar Klaus Voormann is er na meer dan een halve eeuw nog steeds trots op dat hij aan de wieg stond van het allereerste benefietconcert in de historie van de popmuziek. Het concert zou uiteindelijk 250 duizend dollar opbrengen en dat geld werd door Unicef gebruikt voor voedingssupplementen en de behandeling van cholera die op grote schaal onder de vluchtelingen was uitgebroken.

Ravi Shankar

Het is zijn vriendschap met de uit Bangladesh afkomstige sitarspeler Ravi Shankar die Harrison tot zijn nobele initiatief brengt. ,,Ik had het er vaak met George over wat voor verschrikkelijke dingen er met mijn volk gebeurden en dat greep hem zo aan dat hij wat voor die mensen wilde doen,’’ aldus Shankar. Harrison komt in de zomer van 1971 tot de conclusie dat het op touw zetten van een liefdadigheidsconcert het meest voor de handliggende middel is om geld in te zamelen voor de getroffen landgenoten van Shankar en hij aarzelt geen moment die omvangrijke klus op zich te nemen.  ,,Ik ben gewoon rond gaan bellen wie me daarbij zou willen helpen,’’ relativeert de voormalige Beatle zijn initiatief later. ,,Het Madison Square Garden in New York leek me een geschikte plaats en aangezien die alleen op 1 augustus beschikbaar was, heb ik voor die dag gekozen. Zo simpel was dat.’’ Harrison heeft op dat moment geen enkele ervaring met het organiseren van zo’n grootschalig concert, maar binnen zes weken heeft hij alles rond. ,,George ging met zo’n enthousiasme te werk dat de mensen die hij vroeg er niet aan dachten te weigeren,’’ aldus Voormann.

Gelegenheidsgroep 

Er wordt razendsnel een gelegenheidsgroep uit de groep gestampt die bestaat uit gitaristen Jesse Ed Davis, Tom Evans, Peter Ham, Don Preston en Joey Molland, drummers Mike Gibbins en Jim Keltner en bassisten Carl Radle en Klaus Voormann. Samen met een zes man sterke blazerssectie en een eveneens zes man sterk achtergrondkoortje nemen deze muzikanten de begeleiding op zich van Harrison zelf, Billy Preston, Bob Dylan, Leon Russell, Ringo Starr en Ravi Shankar. Maar tijdens de repetities blijkt al dat niet alles van een leien dakje gaat. Want als Bob Dylan Madison Square Garden binnenwandelt voor zijn eerste repetitie, schrikt hij zich een hoedje. Voormann: ,,Hij was helemaal uit het veld geslagen toen hij die  immense ruimte zag met al z’n camera’s en microfoons. Het liefst had hij meteen rechtsomkeert gemaakt, want hij vond het maar niks. Veel te druk en te massaal, zei hij tegen George.’’ Volgens Voormann moet Harrison flink op de norse bard inpraten om hem over te halen gewoon mee te doen. ,,Hij zei tegen Dylan dat zo’n grootschalig concert ook niets voor hem was, maar dat hij als organisator ten minste wel z’n nek uit durfde steken,’’ herinnert Voormann zich. Dylan blijft echter twijfelen en Harrison zal na afloop onthullen dat hij tot op het laatste moment in het ongewisse blijft of Dylan wel of niet z’n opwachting maakt. ,,Zelfs toen ik hem aankondigde, wist ik niet of hij er zou zijn. Man, wat was ik opgelucht toen ik hem in z’n spijkerjasje met zijn mondharmonica en gitaar uit de schaduw zag komen. Hij was bloednerveus.’’ Voormann: ,,En toch was Dylan voor mij het hoogtepunt van het concert. Ik had die man altijd mateloos bewonderd en hij stelde me niet teleur.’’

Eric Clapton

Maar er zijn meer artiesten die het met de door hen toegezegde medewerking niet zo nauw nemen. Zo komt Eric Clapton bijvoorbeeld niet eens opdagen voor de repetities. Voormann: ,,We waren ongeveer een week voor het concert neergestreken in  Madison Square Garden om te repeteren. Iedereen was er, maar Clapton niet. Ik ging elke dag op het vliegveld kijken, maar hij was nergens te bekennen. Het bleek achteraf dat hij nog steeds in Londen zat en pas nadat we hem een telex hadden gestuurd met de mededeling dat we in Jess Ed Davis een andere gitarist hadden gevonden en hij dus wel thuis kon blijven, kwam hij op het laatste moment toch opdagen. En toen bleek weer eens wat voor vakman Clapton eigenlijk was, want hij speelde zo alles mee.’’ ,,Ik zat op dat moment een beetje in een vreemde fase in mijn leven,’’ zal Clapton zich later verontschuldigen. ,,Ik leefde in een andere wereld, ik was op mijn manier al met pensioen gegaan.’’

Publiek

Maar uiteraard heeft het publiek tijdens die historische dag in Madison Square  Garden in 1971 geen weet van wat zich allemaal achter de schermen afspeelt. Dat heeft de tijd van z’n leven en de dagen daarna gaat een aantal van hen zelfs de straat op om op persoonlijke titel nog een beetje extra geld in te zamelen voor de vluchtelingen in Bangladesh. Voormann: ,,Harrison kwam met zijn initiatief op een moment dat de hele filosofie van de rock and rollcultuur in elkaar was gestort. The Beatles waren het jaar daarvoor uit elkaar gegaan en Hendrix en Joplin waren net overleden aan een overdosis drugs. We hadden ook net de ramp gehad met het Altamont rockfestival, waarbij zelfs iemand werd doodgeslagen. Het leek wel alsof de hele muziekscene werd geregeerd door harddrugs en dat waren bepaald geen vrolijke tijden. Maar toen kwam George Harrison plotseling met zijn concert voor een goed doel en daarmee gaf hij de rockmuziek weer een stuk idealisme terug. Precies op de juiste tijd als je het mij vraagt.’’ Billy Preston is van mening dat er ook sprake is geweest van een andere ommekeer. ,,Popartiesten gingen voor het eerst samenwerken om wat te bereiken en dat zie ik nog steeds als een mijlpaal, want daarvoor was het ieder voor zich.’’ Daar kan Clapton zich bij aansluiten: ,,We konden na afloop van die concerten voor het eerst weer eens trots zijn dat we artiest waren. Want we deden belangeloos iets voor een zaak die veel belangrijker was dan wijzelf.’’