12 feb Mark Stuart: de verrassing van de Country Music Meeting in Berlijn
,Country voor mensen die niet van country houden’
De Country Music Meeting in Berlijn groeit zo langzamerhand uit tot een belangrijk evenement op het gebied van countrymuziek in Europa. Elk eerste weekend van februari weten steeds meer liefhebbers van deze muziek hun weg te vinden naar het Fontane Haus in Oost-Berlijn, een theater dat nog de sfeer ademt van de tijd dat Berlijn door een muur in tweeën werd gedeeld. In drie dagen tijd spelen hier op vier verschillende locaties 60 countrygroepen. De meeste komen uit Duitsland zelf, maar een flink gedeelte is afkomstig uit andere Europese landen en dan zijn er natuurlijk nog de sterren uit Amerika. De Meeting is daarom de ideale gelegenheid om te ontdekken wat er op dit moment omgaat in de countrymuziek. Zeker nu de Country Music Messe van Kai Ulatowski niet langer in deze stad wordt gehouden.
Niemand hoeft zich op het festival te vervelen, want wie even geen ,artiestje wil kijken,’ kan terecht bij de tientallen stands waar zo’n beetje alles aan de man wordt gebracht wat maar te maken heeft met de western leefstijl. Er lopen dan ook heel wat bezoekers rond in stoere cowboykleren. Maar het gaat natuurlijk in de eerste plaats om de muziek. Een van de grootste verrassingen van de meest recente editie van het festival is ongetwijfeld Mark Stuart, een countryartiest uit Austin Texas, die zichzelf samen met zijn Bastard Sons Of Johnny Cash aardig op de kaart heeft gezet.
Zijn vaste begeleiders heeft hij ditmaal thuisgelaten, maar dat is geen probleem. Tijdens de show de Duitse hoofdstad wordt Stuart op voortreffelijke wijze begeleid door de Groningse countryrockers van Taneytown, een groep die een tweetal uitstekende albums op z’n naam heeft staan, maar nog steeds niet is doorgebroken in ons land. Hun muziek past prima bij die van Stuart: de wortels liggen diep in de outlawtraditie van de jaren zeventig, de tijd dat artiesten als Willie Nelson, Waylon Jennings, Billy Joe Shaver en Tompall Glaser de countrymuziek een belangrijke creatieve impuls gaven.
Vooral het meest recente album New Old Story van Stuart is een schoolvoorbeeld van hoe de verworvenheden van de outlawperiode nog altijd in moderne countrymuziek door klinken. ,,Ik wil geen gladde countrymuziek maken,’’ zegt Stuart na afloop van zijn optreden. ,,Ik wil ook geen deel uitmaken van het Nashville-establishment. Als je eenmaal in die molen zit, is het gebeurd met je eigen inbreng. Alles wordt voor je bedacht, zelfs de hoed die je moet dragen. Nee, dat is niks voor mij.’’
Photo © Henk Bleeker
,,Ik had het daar ooit met Johnny Cash over,’’ vervolgt Stuart. ,,Hij zei: als je je met die Nashville jongens inlaat en je gaat het spel spelen volgens hun regels, dan haat je jezelf op een gegeven ogenblik. Je moet je eigen hart volgen, dan komt het altijd goed.’’
Hoe kwam Stuart trouwens in contact met Cash? ,,Ik heb hem ooit een brief geschreven. Ik wilde mijn band The Bastard Sons Of Johnny Cash noemen en daar had ik zijn toestemming voor nodig. Want in Amerika heb je om zoiets zo een proces aan je broek. Cash reageerde persoonlijk en dat vond ik best cool. Hij belde me op en zei dat hij me die naam graag gunde. Ik had een cassette met mijn muziek meegestuurd en die liedjes vond Cash beslist de moeite waard. Hij nodigde me uit voor een optreden van hem in The House Of Blues in Hollywood en daar hebben we backstage gezellig zitten kletsen. Dat was in 1998 en vanaf dat moment kwam de carrière van mij en mijn band aardig op gang.’’
,,En sindsdien heb ik altijd mijn hart gevolgd, precies zoals Cash mij adviseerde,’’ lacht Stuart. ,,Rijk wordt ik er misschien niet van, maar ik kan nog steeds achter elk liedje staan dat ik heb geschreven. En dat is een goed gevoel. Als ze me vragen wat voor muziek ik maak, dan zeg ik: ik maak country voor mensen die niet van country houden.’’
Harry de Jong