23 dec In gesprek met Ledfoot: ,Ik denk niet dat ik ooit met pensioen ga’
Gothic Blues. Zo noemt de in Noorwegen wonende Amerikaanse liedjessmid Tim Scott McConnell het genre dat hij beoefent. Met zijn zwarte kleding en make-up ziet hij er inderdaad gothic uit. Maar daarmee is wat die term betreft alles wel gezegd. De muziek van Ledfoot steunt namelijk op verschillende varianten van Amerikaanse rootsmuziek.
Constante factor daarbij is zijn fascinerende 12-snarige gitaarspel. Een instrument dat hij bespeelt in een open stemming met stalen fingerpicks en een koperen slide. Helemaal in de stijl van John Fahey, dus. Met zijn voet stampt hij de maat mee op een zogenoemde stompbox. Het gebrek aan akkoordenwisselingen is allerminst een probleem bij de muziek van Ledfoot. Het constante getokkel op de 12 snaren in dezelfde grondtoon is ronduit hypnotiserend en met zijn donkerbruine bariton weet de Amerikaanse Noor op een hele oorspronkelijke manier iets toe te voegen aan Amerikaanse rootsmuziek. Af en toe klinkt hij zelfs als een moderne versie van Blind Lemon Jefferson. En dat is een groot compliment. Reden genoeg om eens met hem bij te kletsen.
,,Ik heb altijd een hele brede interesse in muziek gehad,’’ bekent de zwaar getatoeëerde muzikant via een skype verbinding met zijn huidige thuisland Noorwegen. ,,Johnny Cash, the Rolling Stones, ik heb ze altijd geweldig gevonden. Maar op het moment dat ik een gitaar oppakte, heb ik geprobeerd er iets van mezelf in te leggen. Iets wat je nergens anders hoorde. Ik probeer mezelf namelijk altijd te vernieuwen. In maart komt er een nieuwe plaat uit en die klinkt weer heel anders dan mijn vorige. Het is de soundtrack van een Noorse televisieserie. Ik heb alle muziek gecomponeerd en bespeel ook alle instrumenten zelf. Ik heb mezelf geen enkele restrictie opgelegd wat betreft de muzikale richting. Het is een serie die gaat over de achterkant van het leven. Over hoe mensen omgaan met succes en rijkdom, wat voor slechte eigenschappen die in hen los maakt. Nog geen dertig jaar geleden was Noorwegen een van de armste landen van Europa, maar sindsdien heeft de welvaart er een enorme vlucht genomen. En dat heeft niet het beste in iedereen naar boven gehaald. Op de soundtrack speel ik niet alleen gitaar, maar ook percussie, toetsen en zelfs de achtergrondkoortjes zing ik zelf in. Als je ouder wordt, krijg je steeds meer muzikale bagage en daar pluk ik nu de vruchten van. Ik schrijf al 45 jaar liedjes en weet zo langzamerhand wel hoe dat moet.‘’
Drang
,,Je moet echt een drang hebben om je uit te willen drukken in muziek, anders is de passie er ook niet,’’ filosofeert Ledfoot even later. ,,En ik heb die drang nog steeds, daar heeft mijn leeftijd niets mee te maken. Ik denk dan ook dat ik net zo lang door zal gaan tot ik er dood bij neerval. Kunstenaars als Picasso zijn ook nooit gestopt, er brandt in hen een heilig vuur dat alleen dooft als ze overlijden. Ik ben nu 62, maar ik denk niet dat ik ooit met pensioen ga.’’
Ledfoot woont sinds 1994 in Noorwegen. ,,Ik had twee jaar eerder met mijn band the Havalinas als voorprogramma van Dylan door Amerika getourd en daarna deden we nog een paar shows in Europa,’’ vertelt hij. ,,Ik ben eerst een tijdje in Engeland blijven hangen, maar uiteindelijk kwam ik in Noorwegen terecht. De manier van leven daar beviel me zo goed dat ik besloot me er definitief te vestigen. Ik ben blij dat ik niet in Amerika woonde toen die halve gare Trump president werd. En gelukkig heb ik Bush ook niet meegemaakt. Nee, laat mij maar in Noorwegen zitten. Nou ja, door die corona zitten we op dit moment allemaal wel in hetzelfde schuitje. En niemand die kan voorspellen hoe het afloopt. Ja, ik ben in de zestig, maar in mijn hele leven heb ik niet zoiets meegemaakt. De Spaanse griep was de laatste grote epidemie die de mensheid zwaar trof. En hoe de wereld er straks uitziet als dit allemaal voorbij is? Grote winkelketens vallen op dit moment in Noorwegen bij bosjes om. Misschien dat er straks een wereld komt waarin kleinschaligheid weer de boventoon voert. Daar hoop ik op.’’
Vroeger
,,En ik hoop ook dat de wereld weer een beetje wordt zoals hij vroeger was,’’ betoogt de zanger nippend aan een kopje thee. ,,Ik ben geboren en getogen in het Zuiden van de Verenigde Staten. Half Iers en half Cherokee Indiaan. Ik kwam ter wereld in een woonwagenpark in Fort Myers, Florida. Mijn vader was als monteur werkzaam op energiecentrales en hij werd van hot naar her gestuurd om dingen te repareren. Het zou jaren duren voordat we in een echt huis gingen wonen. Tot die tijd leefden we het leven van zigeuners, ik heb op wel 20 verschillende scholen gezeten. Misschien dat toen al het zaadje is geplant van de rondreizende muzikant die ik later worden zou.’’
,,Ik luisterde in mijn jeugd veel naar de muziek van Johnny Cash en Hank Williams. Daar was mijn opa ook gek op. Hij zei altijd: ,Ik houd van zangers die als een man klinken en niet als een halve zachte. Daarom rekende hij ook Marty Robbins en Tennessee Ernie Ford tot zijn favorieten. Mijn oudere broer zette me later op het spoor van groepen als de Beatles en de Stones en toen ik een jaar of zeventien was, speelde ik al in lokale bandjes in de kroegen. Het eerste liedje wat ik leerde was Mean Eyed Cat van Johnny Cash. Toen ik wat ouder werd, ontdekte ik de Folkways platen van Leadbelly, Pete Seeger en Woody Guthrie. De eenvoud en eerlijkheid in hun muziek sprak me enorm aan. Al die stijlen bij elkaar hebben mij gevormd als muzikant. ’’
Baantje
Heeft Ledfoot altijd van de muziek kunnen bestaan? ,,Meestal wel,’’ bekent hij. ,,Muziek heeft voortdurend als een rode draad door mijn leven gelopen en als ik een baantje had, was dat alleen omdat ik op dat moment niet genoeg verdiende met optreden. Zo ben ik onder andere een tijdje portier geweest van een homobar. Dertig jaar lang ben ik met verschillende bands door de wereld getrokken, maar toen ik in 2007 solo verder ging als Ledfoot, had ik het gevoel mijn draai echt te hebben gevonden. Ik kan me nu helemaal op mijn eigen manier uitdrukken. Als je wilt horen wie ik echt ben, moet je naar de platen van Ledfoot luisteren. Bruce Springsteen nam ooit het nummer High Hopes van mij op en had er een hit mee. Ook Sheena Easton coverde een liedje van mij. Daardoor heb ik als schrijver een aardige naam opgebouwd, maar die nummers laten niet horen wie ik echt ben. Dat kan alleen de muziek van Ledfoot. En Ledfoot komt het beste tot zijn recht als hij voor een live-publiek staat. De energie die ik vanuit de zaal krijg, zorgt ervoor dat ik leef. Door de coronacrisis kan ik nauwelijks meer optreden en ik mis die energie dan ook heel erg. Je kun me vergelijken met een chef-kok die ervan geniet zijn gasten het beste voor te zetten. Maar door de coronacrisis is het restaurant gesloten en dat is het ergste wat een chef-kok kan overkomen. Laten we dan ook hopen dat deze crisis snel voorbij is. Dan kan ik ook weer eens in Nederland optreden.’’
Tekst: Harry de Jong