15 apr ,Wat er ook misgaat, ik drink ten minste niet’
Singer-songwriter Michael de Jong overleed kortgeleden op 73-jarige leeftijd. Lees hier nog eens een van de interviews die Harry de Jong van Kultuurfabriek Kooiaap met hem had.
Michael de Jong:
,Wat er ook misgaat, ik drink ten minste niet’
Singer/songwriter Michael de Jong kijkt vol verbazing om zich heen naar de mensenmassa die door het Utrechtse Hoog Catharijne krioelt. ,,Wat een gekkenboel, is dit nou echt Nederland? Moet je eens kijken: al die troep die ze in de winkels verkopen. Nee, dan zit ik op dit moment toch liever weer op het platteland van Ierland.’’ Maar De Jong moet toch even door de zure appel heen bijten, want hij heeft onder de titel The Great Illusion een nieuw album uit en om die te verkopen moet er toch enige promotie worden gedaan. Niettemin vindt De Jong de plaats die voor dit interview is uitgekozen, hoogst ongelukkig. Hij voelt zich in het drukke winkelcentrum als een kat in een vreemd pakhuis en komt pas tot rust als hij aan een achteraf tafeltje in een rustig restaurant is neergestreken.
Hij kijkt naar de mensen die zich langs de ramen naar de treinen haasten. ,,Op reis gaan is voor mij niet leuk meer,’’ zegt hij. ,,Vooral niet naar het buitenland. Want sinds ik besmet ben met het aids-virus moet ik elke dag op vaste tijden medicijnen slikken. Ik heb een koffer vol van dat spul en als ik langs de douane moet, zien ze me geheid aan voor een drugssmokkelaar. Als ik dan zeg dat ik aids heb, zouden ze me het liefst weer terug sturen naar huis.’’ De Jong was ooit verslaafd aan drugs en door een besmette naald liep hij het virus op. Sindsdien is hij clean en drinkt geen druppel drank meer. ,,Ik sta al veertien jaar droog. Ik heb altijd ,alles of niets’ gespeeld en heb mijn waarschuwing gekregen. Maar ik ben nooit in een hoekje gaan zitten, want alles wat me is overkomen, heb ik over mezelf afgeroepen.’’
Hoewel De Jong bijna jaarlijks een nieuw album op de markt brengt, treedt hij nauwelijks op. De recente tournee mag dan ook als iets bijzonders worden gezien. ,,Ja en nu hij is afgelopen ben ik van plan weer in het niets te verdwijnen,’’ voorspelt De Jong. ,,Misschien dat ik weer terugga naar Ierland, dan neem ik dat gedoe met de douane maar even voor lief. Ik heb daar laatst een huisje gehuurd via een kennis bij de AA en daar kan ik zo weer terecht. In een dorpje aan de kust, de wereld lijkt er stil te staan. Er staat een houten kerk en ik ben bevriend geraakt met de priester. Hij kreeg me zover dat ik elke zondag naar de mis ging en ik vond daarin een diepe innerlijke rust.’’ In die gemoedstoestand schreef De Jong na zijn terugkeer in Nederland de twaalf nummers van zijn nieuwe album. Liedjes die de luisteraar een kijkje gunnen in de peilloos diepe ziel van de muzikant, waarin hoop en wanhoop een gevecht op leven en dood voeren. Maar waarin uiteindelijk de hoop zegeviert.
De Jong heeft een turbulent leven achter de rug. Hij woonde het grootste deel van zijn leven in Amerika, speelde met blueslegendes als Jimmy Reed en John Lee Hooker, trouwde en scheidde aan de lopende band, draaide voor geweldsdelicten een paar maal de gevangenis in en maakte in de loop der jaren een serie hartverscheurende albums. Maar uiteindelijk vond hij op zijn 61-ste dus toch zijn zielenrust in een uithoek van Ierland. ,,Daar kan ik hele dagen vanaf een rots naar de zee zitten kijken,’’ mijmert hij. ,,Ik heb geen mensen nodig om me te vermaken. Ik hoef ook geen enkel compromis te sluiten, want ik heb kind noch kraai in deze wereld. Ik kan dus gaan en staan waar ik wil. Daarom kan ik ook zinnig zijn over de plaatsen waar ik optreed. Want ik wil niet in een of andere luidruchtige kroeg staan, alleen om een paar centen te verdienen. Ik ben m’n hele leven al zo eigenwijs geweest. Ook in de tijd dat ik nog in Amerika woonde. Ik ging liever vijf maanden in de autofabrieken van Ford werken dan dat ik op plaatsen speelde die me niet aanstonden.’’
Maar eigenwijs of niet, De Jong geniet net als elke muzikant van applaus. ,,Natuurlijk,’’ geeft hij toe. ,,Als een tournee een succes is, leef ik na afloop nog dagenlang op de top van de wereld.’’ Hij kijkt bedachtzaam voor zich uit. ,,Maar vervolgens word ik depressief. Want dan ga ik denken: zou ik nog wel in staat zijn om goede liedjes te schrijven? Dat kan me enorm aan het twijfelen brengen. Ach, ik ben gewoon zoekende. Altijd al geweest. Maar zolang ik niet drink, kan ik m’n leven uitstekend in de hand houden. En ook dat zie ik als een verdienste. Want als alles in mijn leven misgaat, kan ik altijd nog bij het slapen gaan tegen mezelf zeggen: ,ik drink ten minste niet.’’
Harry de Jong
Photo © Henk Bleeker