De vijf lustrums van John Lennon 

De vijf lustrums van John Lennon 

Door Harry de Jong

Op 8 december 1980 leegt de 25-jarige Mark David Chapman het vijf kogels tellende magazijn van zijn kaliber 328 revolver in het lichaam van de dan 40-jarige John Lennon. Deze wil op dat moment net samen met zijn vrouw Yoko Ono z’n appartement  tegenover Central Park aan de 72nd Street in New York binnenlopen. Omdat er niet zo snel een ambulance aanwezig is, wordt de zanger op de achterbank van een politiewagen naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis gebracht. Maar hulp komt te laat, want bij aankomst blijkt Lennon al te zijn doodgebloed. Daarmee komt een onverwacht einde aan het leven van een man die een opmerkelijk spoor door de popmuziek heeft getrokken.

John Lennon was in de jaren zestig het meest spraakmakende lid van The Beatles en schreef ondanks zijn neiging tot dyslexie liedjes die de ontwikkeling van de hele rock and rollcultuur op z’n kop zouden zetten. Eind jaren zestig werd hij de spreekbuis van een hele generatie en ontpopte zich tot een avant-gardistische voorvechter van de vrede. Lennnon was kortom een man met een missie. Maar hij was ook een vat vol tegenstrijdigheden. Want de popmuzikant die predikte dat ,,vrede een kans moest krijgen’’ kon in zijn privé-leven soms onverwacht agressief uit de hoek komen. Zo werd hij in 1974 hardhandig buiten de deur van de Troubadour Club in Los Angeles gezet nadat hij een serveerster op genante wijze had beledigd. En hoewel Lennon samen met Paul McCartney regelrechte popklassiekers aan de muze wist te ontworstelen, liet hij zich later onder invloed van zijn tweede vrouw Yoko Ono verleiden tot tenenkrommend naïeve kunstuitingen, een man van zijn niveau onwaardig.

Het was de kracht van John Lennon dat hij zich niet liet beïnvloeden door de heersende normen en waarden van de tijd waarin hij leefde, maar het was zijn zwakte dat hij  zich wel liet meeslepen door de mensen uit zijn naaste omgeving. Daarnaast was Lennon zowel als mens en als kunstenaar totaal onvoorspelbaar. Het ene moment was hij een liefdevolle huisvader en het volgende dook hij letterlijk onder in de wereld van drank en drugs. Zo leefde hij tot de geboorte van zijn zoon Sean in 1975 bijna een jaarlang op heroïne en hing hij in Los Angeles ,het feestbeest’ uit. Om vervolgens een brave huisman-met-poetsdoek-en-afwasborstel te worden.

In zijn laatste levensjaar leefde  Lennon plotseling muzikaal weer op. Samen met Yoko Ono nam hij het album Double Fantasy op en hij overwoog zelfs weer op te gaan treden. In interviews liet Lennon optimistisch weten dat het hoog tijd werd om ook de politieke barricaden weer te bestijgen, want hij had met de regering Ronald Reagan nog een flink appeltje te schillen. Helaas stond Mark David Chapman hem daarbij in de weg. Op het moment van zijn dood zat John Lennon precies 25 jaar in de muziek en daarom  zetten we de vijf lustrums uit die periode even netjes op een rijtje.

1960: The Silver Beatles maken furore op de Reeperbahn

Op het moment van zijn eerste muzikale lustrum staat John Lennon samen met The Silver Beatles vier maanden lang in ruige tenten als de Kaiserkeller op de Reeperbahn in Hamburg. Want zover heeft deze groep uit Liverpool het dan al  geschopt. Op dit territorium van pooiers en hoeren speelt het Engelse tienerbandje  op Amerikaanse leest geschoeide rock and roll en beleeft gouden tijden. Want ze zijn voor het eerst onder moeders vleugels vandaan en de meiden staan voor hen in de rij.

,,In Hamburg werden we in de echte geheimen van het leven ingewijd, want daar waren de meisjes,’’ zal Paul McCartney later in een interview verklappen. In 1960 heeft McCartney trouwens al een ,,verbond voor het leven’’ gesloten met John Lennon. Want drie jaar eerder hebben de twee elkaar ontmoet tijdens een optreden van Lennons pas uit de grond gestampte bandje The Quarrymen  in Liverpool. De groep heeft zich genoemd naar de school waar de leden  op dat moment op zitten en legt zich met verve toe op skifflemuziek, de Engelse variant van Amerikaanse folk, rock and roll en country. Naast Lennon bestaan The Quarrymen op dat moment uit Colin Hanton, Len Garry en Eric Griffith.

Het is met name Lennons interpretatie van de Elvis-hit Hearbreak Hotel die McCartney over de streep trekt zich aan te melden als lid. Het klikt meteen tussen de twee en ze spreken af dat elk liedje dat ze in de toekomst schrijven, zal worden ondertekend met Lennon-McCartney. Lennon is dan al aardig getekend door het leven. Op school is hij  een koppige dwarsligger die geen enkel duidelijk doel in zijn leven heeft. Dat verandert op slag als hij voor het eerst Amerikaanse rock and rollmuziek hoort en Elvis en Little Richard worden zijn lichtende voorbeelden.

John’s vader Alfred is een rusteloze man die z’n tijd doorbrengt tussen de zee en de vaste wal en regelmatig met de wet overhoop ligt. Als zijn zoon nog geen drie jaar oud is verlaat hij z’n gezin voorgoed. John’s moeder Julia is niet in staat de jongen op te voeden en hij komt onder de hoede van zijn tante Mimi Smith. Maar dan wordt zijn moeder  doodgereden door een politieagent die dronken achter het stuur van zijn auto zit. Lennon: ,,Ik was toen zestien. Die man kwam nota bene bij het huis van mijn tante vandaan. Mijn moeder stond op de bus te wachten toen hij haar raakte. Dat betekende werkelijk een trauma voor mij. Want het was de tweede keer dat ik haar verloor. De eerste keer was toen ze me bij mijn tante bracht. Dat heeft me heel bitter gemaakt. Ik was net bezig mijn relatie met haar een beetje te herstellen  toen ze werd doodgereden.’’

Lennon voelt zich trouwens op die leeftijd een miskend talent. ,,Ik schreef gedichten, maar niemand zag dat ze goed waren. Als het aan mijn tante had gelegen, had ze die dingen zo uit het raam geflikkerd. Ik was anders, ik ben altijd anders geweest, maar niemand zag het. Ook op school zagen de leraren niet dat ik een talent voor kunst had en ze probeerden me klaar te stomen voor een gewoon baantje in de burgermaatschappij. Dat heb ik ze altijd kwalijk genomen.’’

The Quarrymen vallen in 1959 uiteen en samen met McCartney en George Harrison richt Lennon vervolgens The Silver Beatles op. Bassist wordt Stuart Sutclliffe, een vriend die Lennon van de kunstacademie kent. Aangevuld met drummer Pete Best wordt in deze bezetting koers gezet naar de rosse buurt in Hamburg, waar ook andere bands uit Liverpool tijdelijk werk in de kroegen en striptenten hebben gevonden. Lennon is dan al aardig op dreef als het om drugs gaat. ,,We speelden in Hamburg acht uren op een avond en  dat kon je alleen maar volhouden als je pillen slikte,’’ herinnert hij zich later. ,,Je kreeg ze gewoon van de mensen die in die tenten werkten. Die lui stopten ons vol pillen en drank. Met drank had ik helemaal geen moeite,  op school was ik al een halve alcoholist. Ik heb altijd een drug nodig gehad om te overleven. De andere jongens van The Beatles ook, maar ik moest altijd meer pillen, meer van alles dan de rest omdat ik waarschijnlijk ook de gekste was.’’

1965: The Beatles ontmoeten  Elvis

Wanneer Lennon zijn tweede lustrum als muzikant afsluit, heeft zijn carrière met The Beatles een onwaarschijnlijke vlucht genomen. De groep heeft inmiddels miljoenen platen verkocht en is zelfs in Amerika doorgebroken. Toch blijken in dat tweede lustrumjaar ook dromen te versplinteren. Lennon is vanaf zijn jeugd een fan geweest van Elvis en in augustus 1965 krijgen The Beatles de kans om The King persoonlijk te ontmoeten. Het loopt echter uit op een teleurstelling, want Elvis blijkt het niet  te kunnen zetten dat die ,,vier langharige jongens uit Engeland’’ hem wat succes betreft de baas zijn. En de opmerking van Lennon dat de koning van de rock and roll misschien weer eens terug moet grijpen op de stijl uit zijn vroegere Sun-periode, valt al helemaal verkeerd. Het afscheid is dan ook ronduit koel en vooral Lennon is een illusie armer. Maar de jaloezie van Elvis is natuurlijk niet zo vreemd, want uiteindelijk zijn The Beatles er toch verantwoordelijk voor dat in een paar jaar tijd diens hele rock and roll imperium met de grond gelijk is gemaakt. The Beatles hebben de jongerencultuur letterlijk een nieuw gezicht gegeven en daarin is geen plaats meer voor ,oude helden.’

Overigens is de ontmoeting met Elvis in Lennon’s tweede lustrumjaar maar een klein hoogtepunt, want in muzikaal opzicht zijn er veel meer mijlpalen. Met Rubber Soul leveren The Beatles bijvoorbeeld een creatief meesterwerkje af. Vooral dankzij de inbreng van Lennon hebben de liedjes aan diepgang gewonnen en eigenlijk is de plaat een voorbode van de psychedelische koers die de groep de komende jaren zal gaan varen. En dat terwijl Lennon een jaar eerder nog zo in de rats zat omdat hij het gevoel had met de film Help op een dood spoor te zijn beland.

De ontwikkelingen rond de groep hebben zich de  afgelopen vijf jaar razendsnel voltrokken. Zo hebben The Beatles in 1961 in de persoon van platenwinkelier Brian Epstein uit Liverpool een manager gevonden die hen klaarstoomt voor het grote werk. Na een moeizame start en een mislukte auditie bij EMI slaagt hij er uiteindelijk in de groep een platencontract te bezorgen en vanaf 1963 is de opmars van The Beatles niet meer te stuiten.

Drummer Pete Best is dan inmiddels vervangen door Ringo Starr en liedjes als I Want To Hold Your Hand, She Loves You en Can’t Buy Me Love schieten meteen door naar de hoogste regionen van de hitlijsten. De groep zorgt met z’n kraagloze jasjes, halfhoge puntlaarsjes, voorover gekamde en tot over de oren krullende haren voor een hele nieuwe rage. Vooral de vrouwelijke fans gaan bij concerten van The Beatles hysterisch te keer. Het leven van de groep is kortom in een niet meer te stoppen stroomversnelling terecht gekomen.

In 1964 storten The Beatles zich ook op de filmwereld en nog datzelfde jaar komt A Hard Day’s Night uit, een grappig kijkje in de keuken van het leven van de op dat moment best verkopende groep ter wereld. Tijdens de opnames van deze rolprent wordt John Lennon plotseling weer geconfronteerd met zijn vader Alfred, die zijn gezin destijds van de ene op de andere dag in de steek heeft gelaten. Lennon: ,,Hij was op dat moment bordenwasser ergens buiten Londen. Hij had me al heel wat brieven geschreven dat hij weer met mij in contact wilde komen, maar ik wilde hem niet zien. Ik was nog steeds kwaad over wat hij mij en moeder had aangedaan. Volgens mij wilde hij alleen maar een graantje meepikken van mijn succes. Maar toen begon hij me min of meer te chanteren door in de pers te roepen dat ik als rijke muzikant m’n arme vader maar wat aan liet rommelen. Ik trapte erin en toen hebben we alsnog een soort relatie opgebouwd. Toen hij 65 was, trouwde hij nota bene met een meisje van 22 dat voor ons management had gewerkt. Ze kregen zelfs nog een kind. Ja, zo heeft mijn vader nadat hij jaren in de goot had geleefd, toch nog een aardige draai aan zijn leven gegeven.’’

Door het overvolle toerschema slaat bij The Beatles halverwege de jaren zestig de vermoeidheid flink toe en dat vindt zijn weerslag in de liedjes die Lennon schrijft. Hij heeft het gevoel dat hij bezig is de controle over zijn leven en artistieke keuzes te verliezen. Met name de tweede Beatles film Help beschouwt hij als een dieptepunt in de carrière van de groep. ,,We hadden geen controle over die film en ook niet over de muziek,’’ zal hij later verklaren.

1970: The Beatles gaan uit elkaar

,,The dream is over,’’ verklaart Lennon aan het begin van zijn derde lustrumperiode. In april 1970 gaan The Beatles definitief uit elkaar. Maar er is de afgelopen vijf jaar dan ook zoveel gebeurd dat niemand er in gelooft dat de ,faboulous four’ nog een gouden toekomst hebben. Nadat de groep in 1966 in Japan met de dood wordt bedreigd en het op de Filippijnen aan de stok krijgt met een woedende menigte omdat ze een diner met de familie Marcos hebben afgeslagen, vragen de muzikanten zich af of het nog wel zin heeft om te gaan touren. Ook het feit dat het steeds moeilijker wordt om de ingewikkelde studionummers live uit te voeren, is een overweging om niet weer de bühne op te gaan.

Wanneer Lennnon in 1966 tegen de Engelse journalist Maureen Cleave opmerkt dat The Beatles op dat moment populairder zijn dan Jezus, doet dat zoveel stof opwaaien dat de groep definitief besluit om met optreden te stoppen. Het laatste concert wordt op 29 augustus 1966 gegeven in het Candelstick Park in San Francisco. En vanaf dat moment zijn The Beatles alleen nog maar een studioband. En wat voor een, want met Revolver en Stg. Pepper leveren de muzikanten de onbetwiste hoogtepunten van hun carrière af. Vooral door dat laatste album waait al een hang naar Oosterse mystiek en tijdens de opnames wordt volop geëxperimenteerd met LSD. ,,Het was de tandarts van George die ons met LSD in contact bracht,’’ vertelt Lennon later. ,,We waren uitgenodigd op een feestje bij hem thuis en hij deed LSD in onze koffie zonder dat wij het wisten. De tweede keer dat we die pillen kregen, was in Los Angeles. Ringo, George en ik  logeerden in een huis dat van Doris Day was en op een avond kwamen David Crosby en Roger McGuinn langs. We namen een paar trips en op een gegeven moment kwam ook Peter Fonda binnenvallen. Hij was kennelijk bezig met een slechte trip, want hij bleef maar zeggen: ,Ik weet wat het is om dood te zijn.’ Ik ben daarna nog jaren LSD blijven gebruiken, ik denk dat ik wel duizend trips heb gemaakt. Ik at constant LSD-pillen. Ze waren op een gegeven ogenblik belangrijker dan eten. Dat smeet ik vaak gewoon op de vloer. Uiteindelijk ben ik ermee gestopt, want ik maakte alleen nog maar slechte trips. Ik kon er niet meer tegen. Maar tegen die tijd raakte ik ook in de ban van de Maharishi en toen had ik  wel weer wat anders aan mijn hoofd.’’

Zijn flirt met de wijsheden van Maharishi Mahesh Yogi zal echter van korte duur zijn. In eerste instantie laat Lennon zich onder invloed van deze Indiase goeroe van zijn alcohol- en drugsverslaving afhelpen, maar na een kort verblijf met de andere Beatles in diens meditatiecentrum in Rishikesh, komt hij  tot de conclusie ,,dat hij zich heeft vergist’’ in deze Oosterse religie. ,,Een religieus man ben ik nooit geweest,’’ zegt hij achteraf. ,,Maar ik geloof wel dat  in elk geloof iets goeds zit. Jezus had gelijk, Buddha had gelijk en al die andere profeten hadden ook gelijk. Uiteindelijk zeggen ze allemaal hetzelfde.’’  Onder invloed van al die religieuze en mystieke  bespiegelingen nemen The Beatles in 1968 de 30 nummers van de dubbelelpee The White Album in hun eigen Abbey Road Studio in Londen op. Dat is de voorbode van hun zwanenzang, want na Abbey Road uit 1969 valt definitief het doek.

Lennon heeft dan inmiddels de tweede grote liefde in zijn leven gevonden: Yoko Ono, een Japanse kunstenares die hij al tijdens de opening van een tentoonstelling van haar werk in Londen heeft ontmoet. Ze zal een blijvende invloed op zijn verdere leven blijken te hebben. Op 22 augustus 1968 laat hij zich scheiden van zijn eerste vrouw Cynthia Powell (met wie hij in 1962 trouwde en uit welk huwelijk op 8 april 1963 zoon Julian geboren werd) en een half jaar later treedt hij in het huwelijk met Yoko.

Tijdens hun huwelijksreis geven ze in het Amsterdamse Hilton Hotel het startschot van een opmerkelijke vredesdemonstratie door een weeklang het bed te houden en van daaruit de wereldpers te woord te staan over het vredesvraagstuk. Op de hoes van de eerste plaat Two Virgins die Lennon  in 1968 samen met Ono uitbrengt, staat het paar poedelnaakt afgebeeld. Dat leidt tot heel wat commotie, want de meeste platenhandelaren willen het album pas in de rekken zetten als hij in een bruine zak wordt gestoken. De twee hebben daarmee de aandacht van de hele wereld op zich gevestigd. Lennon is kortom langzamerhand veranderd in een politiek activist en aan het het einde van zijn derde muzikale lustrum in een hele nieuwe fase van zijn leven beland.

1975: John Lennon wordt huisman

Op het moment dat zijn soloalbum Rock And Roll in de winkels ligt, besluit John Lennon zich terug te trekken uit de muziek en het ,,beroep’’ van huisman op zich te nemen. Hij en Yoko zijn dan net de trotse ouders geworden van hun zoon Sean en  Lennon heeft het even helemaal gehad met de muziekbusiness. Tussen het stofzuigen, strijken en verwisselen van de babyluiers door heeft Lennon aan het eind van zijn vierde lustrumperiode in de muziek alle tijd zijn leven eens op een rijtje te zetten. ,,Vanaf het begin is het opzitten en pootjes geven geweest,’’ laat hij in die tijd weten. ,,De mensen hebben altijd geprobeerd iets van mij te maken wat ik niet ben. In het begin wilden ze een soort Engelbert Humperdinck in mij zien en later zelfs een soort Paul McCartney. Voordat ik met The Beatles succes had, werd ik bij wijze van spreken een restaurant uitgegooid omdat ze vonden dat ik er als een beatnik uitzag. Tot mijn negentiende kon ik nergens komen zonder dat er commentaar op mijn uiterlijk werd geleverd. Maar toen ik een Beatle werd, gingen alle deuren plotseling voor mij open.’’

,,In mijn leven heb ik altijd compromissen moeten sluiten,’’ betoogt Lennon zuur in een ander interview. ,,Toen we in onze beginperiode met The Beatles naar Amerika gingen, was onze manager Brian Epstein er als de dood voor dat we politieke uitlatingen zouden doen over Vietnam. In eerste instantie liet ik mijn oren naar hem hangen, want ik stond al zo lang onder druk dat ik nauwelijks meer voor mezelf op kon komen. We waren constant onderweg en voortdurend bezig een droom en een mythe in stand te houden. Je wordt vanzelf wereldvreemd als iedereen steeds maar tegen je zegt hoe geweldig je bent. Het wordt steeds moeilijker om dan nog te zeggen: .ik ben geen koning, maar een gewoon mens.’ Mijn eerste echte ,politieke’ uitspraak was misschien wel mijn opmerking dat The Beatles groter dan Jezus waren. In Amerika hebben ze me daar bijna voor neergeschoten, maar het zette de mensen wel aan het denken. Die woorden bezorgden onze fans bijna een trauma, maar ze lieten wel zien dat ik niet onfeilbaar ben.’’

,,Ik heb me de meeste tijd dat ik in de muziek zat, laten misbruiken en vernederen,’’ onthult  Lennon in weer een ander interview uit die tijd. ,,Ik moest mensen naar de mond praten die ik in mijn hart haatte. Het slag waar ik als arbeidersjongen al de pest  aan had.’’ Lennon is er dan ook van overtuigd dat Yoko Ono degene is geweest die hem z’n echte persoonlijkheid heeft terug gegeven. ,,Zij heeft me laten zien dat ik ook nog een eigen vrije wil heb. Dat ik niet per se hoef te doen wat een ander van mij verwacht. Dat ging natuurlijk niet van de ene op de andere dag. Ik heb platen gemaakt van 1962 tot 1975 en toen ik besloot daarmee te stoppen, had ik in eerste instantie het gevoel dat ik uit was gerangeerd. Zoiets als een man die 65 wordt en van zijn baas te horen krijgt: tijd om op te stappen, ga de rest van je leven maar golfen.’’

Hoewel Lennon en Ono de afgelopen vijf jaar een tijdje uit elkaar zijn geweest en de eerste zich heeft overgeven aan wilde uitspattingen in Los Angeles, zijn ze in de loop van 1974 toch weer bij elkaar gekomen. Lennon steekt vervolgens niet onder stoelen of banken dat Yoko nog steeds de ,,liefde van zijn leven’’ is. En liefde maakt blind, want onder invloed van haar heeft de voormalige Beatle bepaald niet de beste platen uit zijn carrière gemaakt. Wat dat betreft is het album Rock And Roll met z’n rockklassiekers een uitschieter. Maar Lennons hart heeft dan ook altijd geklopt voor elementaire rockmuziek. ,,Rock and roll heeft me in eerste instantie geinspireerd om de muziek in te gaan,’’ bekent hij. ,,Want dat was de oerknal van de popmuziek. Noch The Stones, noch The Beatles of Dylan hebben ooit Whole Lotta Shakin’ Goin’ On van Jerry Lee Lewis kunnen overtreffen. Of iets aan het gevoel van die muziek toe kunnen voegen.’’

Lennon kan zich aan het eind van zijn vijfde lustrum overigens bijzonder kwaad maken over het feit dat de media Yoko Ono de afgelopen jaren hebben afgeschilderd als een publiciteitsgeile opportunist die een wig tussen hem en de andere Beatles heeft gedreven. ,,Onzin, Yoko en ik zijn twee doodgewone mensen die van elkaar houden en ze heeft absoluut geen controle over mijn leven.’’

1980: John Lennon wordt doodgeschoten

Wanneer Mark David Chapman op maandag 8 december 1980 de trekker overhaalt van zijn revolver, maakt hij abrupt een einde aan het vijfde en laatste lustrum van John Lennon. Chapman is 25 jaar oud en afkomstig van Hawaii. De verknipte jongeman beschouwt het als zijn heilige missie een einde te maken aan het leven van de man die hij ooit tot zijn idool heeft verheven. Chapman is al eens eerder naar New York afgereisd om zijn ,levenswerk’ te voltooien, maar op het laatste moment ziet hij er vanaf. Op de ochtend van de achtste december hangt hij al vroeg bij het appartement van John Lennon en Yoko Ono rond. Als het tweetal naar buiten komt en op weg gaat naar de studio om de laatste hand te leggen aan de single Walking On Thin Ice, vraagt hij de zanger een handtekening te zetten op zijn exemplaar van diens laatste elpee. Terwijl Lennon aan het verzoek voldoet, houdt Chapman zijn hand angstvallig op het wapen in zijn zak waarmee hij van plan is de executie te voltrekken. Hij aarzelt net iets te lang en voordat hij tot actie kan overgaan, is Lennon al naast Ono in de limo gestapt. En dus wacht hij tot ze terugkomen. Het paar arriveert tegen elven weer bij het appartement. Lennon loopt achter zijn vrouw en als hij ziet dat ,,die fan van vanochtend’’ nog steeds bij de deur rondhangt, begint hij iets sneller te lopen. Misschien voelt hij dat er iets mis is met deze ,,vreemde snuiter.’’  Op dat moment spreekt Chapman hem aan met de woorden ,,Mr. Lennon?’’ en schiet het magazijn van zijn revolver op hem leeg. Een kogel mist, de andere vier treffen doel. Chapman zal later tegenstrijdige verklaringen afleggen over de motivatie van zijn daad. Een ervan is dat hij het nooit heeft kunnen verkroppen dat Zijn Grote Held in 1966 de historische woorden sprak dat ,,The Beatles groter zijn dan Jezus.’’

  • De laatste vijf jaar van zijn leven heeft Lennon nauwelijks meer met de muze gestoeid. Terwijl Yoko Ono de zakelijke belangen van het paar behartigt, houdt haar echtgenoot zich bezig met het huishouden en geeft zich tussen de bedrijven door over aan lange periodes van psychische inzinkingen. Hij komt dan soms dagenlang z’n bed niet uit en leeft op heroïne en het aanbod van de televisie. Een reünie van The Beatles wijst hij als ,,belachelijk’’ van de hand. ,,Waarom zou ik tien jaar terug gaan in de tijd en opnieuw een illusie oprakelen die nooit echt heeft bestaan?’’ laat hij aan journalisten weten die hem confronteren met het gerucht dat er een nieuwe samenwerking tussen de ,fab four’ op handen is. ,,Wat zouden The Beatles nu nog meer kunnen geven dan ze destijds al gedaan hebben?’’ vraagt hij zich af. ,,Elvis ging in zijn latere leven z’n Sun-periode toch ook niet nieuw leven inblazen? Ik zal nooit weer een Beatle kunnen zijn en met George Harrison en Paul Mc Cartney Strawberry Fields of I Am The Walrus zingen. Want we zijn geen 20 meer. En de fans uit die tijd ook niet.’’

Aan het eind van de jaren zeventig besluit Lennon toch weer de studio in te gaan en misschien had het einde van zijn vijfde lustrum het begin moeten zijn van een tweede jeugd. Want de muzikant barst in ieder geval van de ideeën. Hoewel de nieuwe plaat Double Fantasy voor de helft liedjes van de hand van Ono telt, bewijst  Lennon met Losing You, Watching The Wheels en Beautiful Boy dat hij het schrijven van goede popsongs nog altijd in de vingers heeft. Of Double Fantasy  inderdaad een nieuwe periode van creativiteit zou hebben ingeluid, is nog maar de vraag. Want hoewel Lennon alweer een nieuw plaatproject in gedachten heeft, heeft hij vlak voor zijn dood in ieder geval geen vastomlijnde toekomstplannen. ,Ik ben niet iemand die vijf jaar vooruitdenkt,’’ zegt hij in een van zijn laatste interviews. ,,Ik leef van week tot week. Als Yoko en ik 65 jaar zijn, hoop ik in ieder geval dat we een aardig oud stel zijn dat ergens aan de kust van Ierland woont en z’n dagen doorbrengt met bladeren in de plakboeken van hun waanzin.’’

Harry de Jong