De andere kant van Mick Jagger

De andere kant van Mick Jagger

,Beroemd zijn is geen serieus beroep’

Door Harry de Jong

Ai, foute boel. We zijn op de stoel van Mick Jagger gaan zitten. Dat komt ons vast duur te staan. Gelukkig, valt mee. De dame van de platenmaatschappij fluistert ons alleen vriendelijk in het oor of we alsjeblieft de stoel aan de overkant van de tafel willen nemen. Want waar wij zo ondoordacht op zijn gaan zitten, dat is de zetel van meneer Jagger. ,,Mick zit het liefst op deze stoel,” fluistert de persdame. Wegwezen, dus. Dat kan nog net, want Jagger staat in zijn ruimzittende donkerblauwe overhemd en zwarte broek in de badkamer te rommelen.

Even later komt hij binnenwandelen en ploft tegenover ons neer. Beetje ronde rug, de knieën tegen elkaar gedrukt en innemende glimlach. Zo lijkt hij in de verste verte niet op een superster. Sterker nog: hij komt niet eens over als een indrukwekkende persoonlijkheid. Nee, Mick Jagger komt veel eerder over als een jongen. En dan zo eentje aan wie je alles durft te vragen. Maar die in zijn antwoorden wel steeds om de essentie heen probeert te draaien.

Wat betekenen zaken als religie voor jou? Daar laat je je zelden over uit.
,,Natuurlijk steun ik in mijn leven op iets dat je spiritualiteit of religie kunt noemen. En daar is helemaal niets mis mee. Het heeft een plaats in mijn leven. Net als in dat van de meeste andere mensen. Je moet je er alleen voor openstellen en het de kans geven om in je leven door te dringen. We leiden tegenwoordig een veel te hectisch bestaan en geven onszelf te weinig tijd om een moment stil te staan en ons leven te beschouwen. Dat is heel jammer, want daardoor komt een bepaalde kant van jezelf nooit tot bloei, bij wijze van spreken. Ik vind dat mensen hun spirituele kant moeten koesteren, want daardoor wordt hun leven een stuk rijker. Het geeft rust en rust is heel belangrijk.”

Jij lijkt bijzonder goed bedeeld te zijn. Als je zoveel in dit leven krijgt, maakt het je dan nog wat uit dat er een leven is na de dood?
,,Ik weet niet of er een leven is na de dood. Je kunt het wel geloven, maar niemand kan er ook maar iets met zekerheid over zeggen. Kortom, ik weet het niet. Maar ik zou het wel belangrijk vinden dat er een leven na de dood is.”

Mick Jagger als religieus man. Die kant kenden we nog niet.
,,Nee en daarom vraag ik me af of het wel verstandig is om door te gaan op dit onderwerp. Want als je niet uitkijkt komt het allemaal nogal stom over. Dit zijn veel te complexe zaken om zo even in een interview te behandelen.”

Jij hebt op z’n zachtst gezegd een ander leven geleid dan de meeste mensen. Je bent nu al meer dan een halve eeuw een van de bekendste persoonlijkheden uit de popmuziek.
,,Ja, dat kan ik niet ontkennen. Maar eerlijk gezegd is het helemaal niet zo moeilijk om daar mee om te gaan.”

Nou nee, misschien niet. Maar jij heb natuurlijk ook geen vergelijkingsmateriaal. Je hebt eigenlijk nooit geweten wat het is om anoniem over straat te lopen.
,,Ook dat is waar. Maar ik heb geleerd om mezelf te beschermen door alles om me heen met een beetje humor en een korreltje zout te nemen. Ik neem het met opzet niet al te serieus. Want beroemd zijn is natuurlijk geen serieus beroep. Er zijn genoeg mensen die helemaal niet beroemd willen zijn en anderen die er alles voor over hebben om in het middelpunt van de belangstelling te staan. En als ze dan bereikt hebben wat ze willen, vinden ze ’t ineens helemaal niet leuk meer. Want toen ze eraan begonnen, hadden ze er geen benul van hoe het zou zijn om aan de top te staan. Niemand had hen gewaarschuwd. Het is gewoon fout om er alles voor over te hebben beroemd te zijn. Dat het niets uitmaakt om welke reden je op de omslag van een tijdschrift staat of op de televisie komt.”

Je moet het dus verdienen om beroemd te zijn. Heb jij je roem verdiend?
,,Nou ja, in zekere zin wel. Je moet iets presteren om beroemd te mogen zijn. Je moet jezelf onderscheiden. En dat heb ik gedaan. Het succes is me niet aan komen waaien. Maar toen het eenmaal op gang was gekomen, liet het me inderdaad niet meer los. Maar altijd in de publiciteit staan heeft ook z’n nadelen, want je wordt maar al te vaak geconfronteerd met verhalen in de pers die niet waar zijn. En dat steekt, al ben je nog zo beroemd en lijk je onkwetsbaar. Want natuurlijk ben ik dat wel. Maar om op jouw vraag terug te komen: Ik heb vroeger nooit gedacht dat ik beroemd wilde worden. Ik zag mezelf helemaal niet als een bekend iemand. Daar was ik de persoon niet voor. Ik had hele andere ambities. Ik wilde maar een ding: en dat was blueszanger worden. En ik geloof nou niet dat je destijds de verwachting mocht hebben dat je als blueszanger beroemd zou worden.”

Nou nee, je koos uitgerekend de muziek die je bij je tijdgenoten niet erg populair zou maken.
,,Dat klopt. Als je toen beroemd wilde worden, moest je in de voetsporen van iemand als Cliff Richard willen treden. Die man was in mijn jeugd een ster. Maar ikzelf stond in de kleine clubs de blues te zingen en dat was nou niet bepaald de snelste weg naar succes en geld.”

Wat sprak je dan zo aan in de blues?
,,Dat kan ik niet precies onder woorden brengen. Het platvloerse en simpele van die muziek, denk ik achteraf. Niet alleen het ritme boeide me, maar ik voelde me in geestelijk opzicht ook aangesproken door de eenvoud van de boodschappen in de blues. De blues is heel direct en persoonlijk en al die mannen die hem speelden en zongen, deden dat met stemmen waar de levenservaring van afdroop. Heel anders dan wat je in de reguliere popmuziek hoorde, die was me veel te afstandelijk. Ik heb het thema liefde in de bluesmuziek altijd veel aansprekender gevonden dan in de liedjes uit de hitlijsten. Alleen al de stemmen van die bluesmannen. Daar raakte ik als tiener helemaal van in de ban. De meeste teksten verzonnen ze, maar ze konden het brengen met een stem waar de echtheid vanaf droop.”

Je hebt het nu over puur Amerikaanse muziek. Muziek met roots. En uitgerekend jij als Engelsman hebt die muziek met The Rolling Stones een andere draai gegeven. Je hebt voorgoed een stempel op de ontwikkeling van de rockmuziek gedrukt.
,,Dat heb ik natuurlijk niet alleen gedaan, er zijn nog heel wat andere muzikanten geweest die daar een steentje aan hebben bijgedragen. Maar eerlijk gezegd ben ik me daar in het begin helemaal niet van bewust geweest. Langzamerhand werd me echter wel duidelijk dat er iets aan de hand was, want de muziek van The Rolling Stones begon steeds meer los te maken, de mensen reageerden. Zowel positief als negatief, maar ik begon te beseffen dat er iets gaande was. Er zaten veranderingen in de lucht, dat begon meer en meer tot me door te dringen. Maar als je door de jaren heen naar de hitlijsten kijkt, dan is er minder veranderd dan je zou denken: De knappe jongens met hun liedjes over de zoete liefde stonden toen bovenaan en dat doen ze nu nog steeds. Je moet mijn invloed als muzikant dus ook niet overschatten.”

Aan knappe jongens met zoete liedjes over de liefde heb jij waarschijnlijk nooit een boodschap gehad.
,,Dat moet je niet zeggen. Tot mijn veertiende vond ik alles wat in de hitparade stond, best leuk. Ik was in die tijd een doodgewone jongen die het helemaal niet erg vond om naar school te gaan. Ik deed goed mijn best en was heel serieus.”

Je was dus geen buitenstaander. Dat zou je wel verwachten van iemand met jouw aspiraties voor bluesmuziek.
,,Nou, eerlijk gezegd was ik wel een beetje een buitenstaander. Tot op zekere hoogte. Maar ik was geen rebel, als je dat soms denkt. Ik was een serieuze leerling, die allerminst een hekel had aan school. Ik hield van taal, ik hield van geschiedenis en wilde me graag inzetten voor goede cijfers.”

Tot je ontdekte dat je De Stem had, natuurlijk. Het moet toch een sensatie geweest zijn om te ontdekken dat je gezegend bent met een stem die het perfecte rock and rollgevoel kan uitdrukken.
,,Ik ben me er eigenlijk altijd wel van bewust geweest dat ik een stem had. Want zo lang ik me kan herinneren, heb ik gezongen. Vanaf het moment dat ik nog een heel klein ventje was. Ik zat zelfs in schoolkoren. Maar ik realiseerde me toen niet dat mijn stem ook geknipt was voor rock and roll. Dat kwam pas later, toen ik in gitaarbandjes ging spelen. Ik bleek net zo goed rock and roll te kunnen zingen als psalmen en andere gewijde liederen. De eerste rocker die tot mijn verbeelding sprak en die ik begon te imiteren, was Buddy Holly. En ik ontdekte dat dat heel gemakkelijk was, ik hoefde er helemaal geen moeite voor te doen. En zo kwam ik erachter dat ik meer met die luide stem van mij kon doen. De blues zingen, bijvoorbeeld. Maar dat bleek toch een stuk moeilijker, want ik klonk niet volwassen genoeg. Dat was een afknapper. Ik was dus kennelijk niet geschikt voor de blues en dus hield ik het eerst maar bij Buddy Holly en Chuck Berry. Artiesten van wie iedereen in Engeland de liedjes naspeelde, tot en met The Beatles. En weet je waarom wij dat deden? Omdat het gemakkelijke liedjes waren. En de blues is niet gemakkelijk, ikzelf vertilde me er in ieder geval aan.”

Maar je bent in je hart wel altijd een bluesman gebleven?
,,Ja, de blues heeft altijd heel diep in mij gezeten.”

Je hebt 50 jaar ervaring met lange, slopende tournees.
,,Ja, en weet je dat ik er nog altijd weer aan moet wennen om mijn normale leven op te pakken als een tournee is afgelopen? Het is gewoon moeilijk om weer met beide benen op de grond te staan en zelf de vuilniszakken buiten te moeten zetten. Als je op tournee bent wordt er voor je gedacht en alles wordt voor je geregeld. Elke minuut van de dag zwermen er mensen om je heen. En dan opeens is de tournee afgelopen en sta je met lege handen. Je hebt plotseling weer je eigen verantwoordelijkheden waaraan je moet voldoen. Nee, ik geef grif toe dat het maar wat moeilijk is om dan weer het gewone leventje op te pakken. Zeg maar gerust frustrerend. Maar dat geldt ook voor de mensen in mijn omgeving. Want reken maar dat je gemakkelijk verwend raakt als je tijdens zo’n tournee altijd het middelpunt bent en er dag en nacht mensen bezig zijn om je in de watten te leggen. Maar ik heb in de loop der jaren geleerd om bepaalde mechanismen in te bouwen. Die ik in- en uitschakel als ik op tournee en thuis ben. Alleen zo kan ik er tegen bestand blijven.”

Volgens mij heb jij veel geleerd over jezelf tijdens al die tournees.
,,Ja, ik weet nu redelijk goed hoe ik mezelf in de hand kan houden. Het punt is gewoon dat als je zo vaak onderweg bent als ik, je eigenlijk niet meer kunt stoppen. Je denkt altijd dat je ergens heen moet. Het is een soort verslaving geworden. Als je te lang op dezelfde plaats bent, komt dat gevoel weer om de hoek kijken dat je ergens anders naar toe moet. Want je bent alweer veel te lang op dezelfde plaats geweest. Maar ik ga daar nu wel een stuk gemakkelijker mee om. Ik heb die aandrang om ergens anders te willen zijn nog steeds een beetje, maar ik sta mezelf niet meer in de weg. Als ik elk weekend zonodig ergens naar toe moet, dan ga ik gewoon.”

Het lukt je dus nog steeds niet om een lange periode achter elkaar thuis te blijven.
,,Nou, het gaat me in ieder geval wel steeds beter af. Maar ik kom zo langzamerhand op een punt aan dat ik niet altijd meer weg wil.”

Dat zal met de leeftijd te maken hebben.
,,In zekere zin wel. Maar aan de andere kant: Ik zal toch altijd naar plaatsen willen blijven gaan waar ik nog nooit geweest ben. Want nieuwe dingen zien houdt me als mens scherp. Dat werkt verfrissend.”

Voor veel mensen ben jij een held. Maar heb je zelf ook helden?
,,Helden had ik toen ik jong was. Toen keek ik enorm op tegen mensen als Muddy Waters en Howlin’ Wolf. Maar zo’n adoratie slijt met de jaren. En wat er over blijft is bewondering. En weet je voor wie ik nog steeds veel bewondering heb? Voor Bob Dylan. Ik heb het echt altijd geweldig gevonden wat die man heeft gedaan. Hij is geen held voor mij, maar ik waardeer hem enorm. Zoals hij liedjes kan schrijven is er geen tweede. In de hedendaagse muziekbusiness is er weinig waar ik net zoveel waardering voor op kan brengen. Maar eerlijk gezegd volg ik het ook allemaal niet zo goed meer. Wat mij veel meer aanspreekt zijn mensen die geschiedenis weten te schrijven door belangrijke creatieve dingen te doen. Ik zit net een boek over een Rus te lezen die in een grijs verleden in het Zuiden van zijn land allerlei steden stichtte. Ik ben daar erg van onder de indruk. Hoe kan een mens zoveel energie hebben om zoveel dingen te doen? Hij was jonger dan ik en hoe kon hij dat in zijn korte leven allemaal gedaan hebben, vraag ik me dan in verbazing af. Hij bouwde die steden en ze bestaan nog steeds. Het is heel inspirerend om te weten dat er zulke mensen bestaan hebben en nog steeds bestaan. Mensen die over een onuitputtelijke energie en ondernemingsgeest beschikken.”

Mick Jagger met een boek op schoot. Ook niet zo’n alledaags beeld. Lees je veel?
,,Ja, ik ben gek op boeken. Ik verslind ze. Niet alleen nieuwe, maar ik mag ook graag oude boeken herlezen. Ik heb net The Quiet American van Graham Greene herlezen. Prachtig. Ik heb dat boek al jaren in de kast staan en ben het nu voor de zoveelste maal aan het herlezen. Graham Greene is een van mijn favoriete schrijvers. Hij schrijft prachtig simpel proza en kan op een hele duidelijke manier karakters uittekenen. Maar ik bepaal me wat lezen betreft niet tot een bepaald genre. Het liefst heb ik tegelijkertijd een biografie, een roman en een historisch boekwerk binnen handbereik. Dat vind ik nog altijd een betere tijdsbesteding dan televisiekijken.”