Tom Russel

Tom Russel

Tom Russell (Amsterdam 1999)

Door Harry de Jong

Tom Russell studeert sociologie en criminologie aan de universiteit van Los Angeles en trekt later als leraar Engels naar Nigeria. Maar voor de klas staan is niet zijn uiteindelijke roeping en hij besluit dan ook om na verloop van jaren de lerarenstoel te verwisselen voor een barkruk waarop hij in kroegen zijn zelfgeschreven liedjes aan de man probeert te brengen. Halverwege de jaren tachtig duikt Russell voor het eerst de studio in en sindsdien heeft hij een slordige twintig albums uitgebracht die vaak opvallen door hun bijzondere thema’s. Zijn interessante visie op cowboy-ballads, folkrock, cajun en texmex hebben hem vooral in Europa een grote schare trouwe fans opgeleverd. Hoewel Russell in Amerika woont, neemt hij al sinds jaar en dag zijn platen op in Noorwegen. De conceptalbums The Man From God Knows Where en Hotwalker mogen tot zijn absolute meesterwerken worden gerekend, want op die platen brengt hij een belangrijk stukje Amerikaanse geschiedenis tot leven. Zo verwoordt hij op de eerste plaat het lot van Europese immigranten in Amerika, terwijl hij op de tweede een fascinerend beeld schetst van de ontwikkeling die de muziek en literatuur sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw in het land van Uncle Sam heeft doorgemaakt.

Model voor het muzikale epos The Man From God Knows Where stond Russel´s eigen familie. Hij volgde hun spoor terug naar Ierland en Noorwegen. ,,Bij het schrijven van die liedjescyclus heb ik respect gekregen voor de mensen die ooit alles wat ze hadden durfden achterlaten om ergens anders opnieuw te beginnen,´´ vertelt de

Photo © Henk Bleeker

boomlange muzikant met z´n donkerbruine stem. ,,Mijn overgrootvader komt uit Noorwegen. Ik ben naar de plaats geweest waar hij gewoond heeft. Een kleine boerderij in de buurt van een fjord. Een hele rotsachtige omgeving. De wind stak plotseling op en het begon te sneeuwen. Een koude plaats. Daar moet mijn overgrootvader op de boot zijn gestapt en de oceaan overgestoken naar Amerika. Hij en al die anderen waren tussen de twee en drie maanden onderweg. Mensen werden ziek en stierven op de boot. De overlevenden kwamen in Canada aan en liepen vervolgens vijfhonderd kilometer naar Amerika. Ze waren sterk. Niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk.Veel sterker dan de tegenwoordige mensen. Ze hadden maar een doel: steeds verder naar het westen trekken omdat daar meer ruimte en meer land was. Maar ze raakten soms ook in een isolement en werden gek. Want ze misten de geborgenheid van de gemeenschap die ze in Europa hadden. Het plaatselijke café, het bankje op het plein, al de dingen die hun ,thuis’ waren. In Amerika waren ze daar los van gescheurd. Dat is in grote lijnen het verhaal van de plaat ,The man from God knows where.’

,,Het idee voor zo’n conceptplaat heeft heel lang in mij geleefd,” vervolgt Russell. ,,Het begon toen ik me verdiepte in de geschiedenis van mijn voorouders, de Larsens uit Noorwegen en de Russells uit Ierland. Hun historie was zo kleurrijk dat het me interessant genoeg leek voor een hele cyclus van liedjes. Gewone mensen die hun verhalen vertellen. Weer eens iets anders dan cowboys, indianen en treinen. De feiten heb ik voor het grootste gedeelte gehaald uit dagboeken en fotoalbums van mijn familie. En daarnaast heb ik in Noorwegen en Ierland onderzoek gedaan. In de uitwerking van de liedjes heb ik geprobeerd de volksmuziek van die beide landen een beetje met elkaar te verweven.´´

Het boekje bij de cd is gevuld met historische foto’s. Op een ervan is een trein te zien die uitpuilt van weeskinderen. Russell: ,,Aan de oostkust van de Verenigde Staten waren rond de eeuwwisseling tientallen weeshuizen te vinden. Boerenfamilies in het Midden-Westen adopteerden die kinderen bij bosjes en een keer per week reed een trein met honderden wezen door de vlaktes naar het westen. Naar Kansas, Arkansas, overal kregen ze een nieuw huis. Soms kwamen er families gewoon naar het station om ter plaatse een weeskind te adopteren. Het liedje wat ik over zo’n ,weestrein’ heb gemaakt, gaat over twee broers die door twee verschillende gezinnen worden geadopteerd. Het is trouwens op feiten gebaseerd. De beide broers hebben elkaar op latere leeftijd toch terug gevonden. Er waren destijds ontelbare weeskinderen in Amerika. Hun ouders waren gestorven op de boot vanuit Europa, of waren in het ,beloofde land’ omgekomen bij een epidemie. Maar er waren ook genoeg die door hun moeder te vondeling waren gelegd. Ze kwamen overal vandaan. In Amerika zijn nog steeds enkele genootschappen van weeskinderen die bezig zijn hun ,wortels’ te zoeken. Ja, het is me al met al de geschiedenis wel. Ik ben in totaal zeven jaar met het project bezig geweest.´´

,,Veel mensen die de plaat hebben zeggen dat ze hun eigen vader herkennen in de mijne. Ze worden door de liedjes weer herinnerd aan hun eigen geschiedenis. Veel jonge mensen hebben tegenwoordig geen benul meer van hun afkomst, wat dat betreft ben ik voor hen ook een beetje een geschiedenisleraar. De immigranten die aan het eind van de vorige eeuw met de boot in New York aankwamen, is op zich al een verhaal. De mensen die eerste klas hadden gereisd, konden zo van boord. Maar de derde klassers werden soms een week vastgehouden. Ze moesten aantonen dat ze geld hadden en werden onderzocht op allerlei ziektes.”

,,Ik heb trouwens de indianen niet helemaal buiten beschouwing gelaten. Ik kreeg namelijk een foto in handen van het legendarische opperhoofd Sitting Bull in een gondel in Venetie. Hij was op een moment naar Europa gegaan waarop duizenden Europeanen naar Amerika trokken. Die foto dateert van 1890 en geeft goed aan wat voor draai de geschiedenis had genomen. Wij hadden het land van de indianen ingepikt en stuurden hen naar Italië om in een circus te werken. Absurder kan het haast niet. Op het moment dat Sitting Bull in die boot gefotografeerd was, had hij het circus al de rug toegekeerd omdat hij zich niet langer wilde laten misbruiken. Voor zover ik weet is hij later vermoord. Nee, we hoeven er als Amerikanen bepaald niet trots op te zijn dat we de buffel en de indiaan bijna helemaal hebben uitgeroeid.”

Op de plaat zijn ook geluidsfragmenten van de stem van Walt Whitman te horen. Tom: ,,Walt was een Amerikaanse dichter die rond 1860 grote bekendheid kreeg. Hij was voor zijn tijd heel progressief en je zou hem kunnen vergelijken met latere schrijvers als Jack Kerouac en Alan Ginsberg. Hij had een lange grijze baard en schreef ellenlange gedichten over Amerika. Hij was homoseksueel en zat vaak in de gevangenis. Hij was bijvoorbeeld dienstweigeraar in de Amerikaanse burgeroorlog tussen 1861 en 1865. Een ongelooflijk intrigerend figuur. Er is destijds een opname van 20 seconden van zijn stem gemaakt door Thomas Edison. Die wordt goed bewaard, maar voor mijn plaat heb ik dat fragment mogen gebruiken. Het dateert van ongeveer 1890. Dat maakt mijn plaat natuurlijk helemaal authentiek. Want daardoor hoor je ook echte geluiden uit het verleden.”

Op het album Hotwalker schildert Russell met woorden en muziek een fascinerend portret van de zelfkant van de Amerikaanse samenleving en de culturele ontwikkeling die de muziek en literatuur vanaf de jaren vijftig in dit land doormaakte. De basis van dit muzikale verhaal is de correspondentie van Russell met de schrijver Charles Bukowski in de jaren zestig. Samen met de inmiddels overleden circusdwerg, acteur en stuntman Little Jack Horton leest hij hier stukken uit voor, terwijl daar tussen door op Tex Mex en Down To Earth countryklanken een muzikale excursie wordt ondernomen langs de goedkope bordelen van Tijuana, de rauwe honky tonks van Bakersfield en de morsige jazztenten van New York. Het is de bedoeling dat de correspondentie tussen Russell en Bukowski ooit in boekvorm verschijnt. Aangevuld met een interview dat de zanger de auteur voor een kunstblad afnam.

,,Ik ben altijd al een fan geweest van de boeken van Bukowski en toen ik hem op een dag in Hollywood zag lopen, verzamelde ik al mijn moed en sprak hem aan. Dat was de enige keer dat ik hem ontmoet heb, maar het was wel het begin van een correspondentie waarin ik hem aardig goed heb leren kennen,’’ vertelt Russell. ,,Bukowski heeft vooral door de film Barfly de image gekregen van een dronken woesteling, maar ik heb hem in zijn brieven leren kennen als een rustige, aardige en nuchtere man.’’ Die ontmoeting tussen de zanger en de schrijver was eind jaren zestig. Russell: ,,In Amerika werden toen niet alleen goede boeken geschreven, maar er werd ook goede muziek gemaakt. Johnny Cash, Merle Haggard en Buck Owens beleefden hun creatieve topdagen. Die mannen waren mijn jeugdhelden en ik vind hen nog altijd heel inspirerend. Vandaag de dag vind je in de countrymuziek niet meer zulke karakteristieke figuren. Ik herken in hen nog de geest van de cowboy, de echte pioniers van het Amerikaanse Westen.’’

De geluiden in de kroegen en bordelen van de Mexicaanse grensplaatsen Tijuana en Juarez die op dit album voor de couleur locale zorgen, heeft hij trouwens zelf met een zakrecorder vastgelegd. ,,Niks geen dure apparatuur,’’ aldus Russell. ,,Alles moet puur zijn. Ook de Tex Mex muziek die je hoort heb ik zelf in de ,cantina’s’ opgenomen met mijn recordertje. Ik heb me helemaal niet druk gemaakt om de kwaliteit, het ging me in de eerste plaats om de sfeer. Want ik wilde een beeld zonder opsmuk schetsen van de grensstreek tussen Amerika en Mexico. Ik wil graag de dingen laten zien zoals ze echt zijn. Eigenlijk kun je The Man From God Knows Where en Hotwalker als een tweeluik over de geschiedenis van Amerika beschouwen. En ik ben van plan om daar in de toekomst nog een derde deel aan toe te voegen. De ontwikkeling van het Westen gezien door de ogen van een vrouw. Die vrouw is mijn schoonzuster, die opgroeide op een ranch in Californië. Ze heeft een kleurrijk leven geleid. Die ranch was verschrikkelijk groot en op een gegeven moment moest haar vader hem verkopen omdat hij zich niet langer de luxe van zo’n immens groot land kon permitteren. De geschiedenis van haar familie gaat tweehonderd jaar terug, helemaal naar Texas. Vandaar kwamen haar voorouders lopend naar Californië. Op dit moment woont ze helemaal geïsoleerd op een klein boerderijtje en ze heeft onlangs nog twee beren dood moeten schieten die via de achterdeur haar huis waren binnengedrongen. Haar verhaal is zo uniek dat ik inmiddels al ben begonnen ze te vertalen in liedjes. De graven van haar voorouders zijn er nog steeds. Ze heeft me er eens mee naar toe genomen, boven in de heuvels. Het is eigenlijk niets anders dan een verzameling rotsen, omgeven door een verroest hek. Maar hun beenderen liggen er nog. Daar liggen dus nog steeds de echte pioniers, de mensen die duizenden kilometers lopend of met een huifkar aflegden. Om vervolgens met helemaal niets in Californië aan te komen en van boomstammen en rotsen met eigen handen een huis te bouwen. Ik zou er wel een miniserie voor de televisie over kunnen maken.’’

Relaties

Maar daarmee is de Amerikaan nog lang niet aan het eind van zijn latijn, want inmiddels zit hij ook alweer te broeden op een album waarop hij zijn drie mislukte liefdesrelaties van de afgelopen vijf jaar in liedjes vertaalt. ,,Ik begin het eerst komende jaar geen verhouding meer met een vrouw,’’ grinnikt Russell. ,,Ik wil mijn liefdesleven eerst op een rijtje zetten. Erover nadenken en erover schrijven. Ik neem kortom een jaar vrij van de liefde.’’ Dat zal hem nog niet meevallen, want als een aardig ogend dienstertje koffie komt brengen op zijn hotelkamer, kan Russell niet nalaten met haar te flirten.

De ultieme 5 van Tom Russell

  1. Road To Bayamon (Philo 1988)
  2. Cowboy Real (Philo 1991)
  3. Man From God Knows Where (Hightone 1999)
  4. Borderland (Hightone 2001)
  5. Love And Fear (Hightone 2006)