Rusty Wier

Rusty Wier

23 mei 2008
Rusty Wier staart naar de foto die ik hem onder de neus duw. Een prentje van zijn optreden in Smitty’s, vandaag op de kop af 25 jaar geleden. De countryrocker kijkt ernaar zonder een blik van herkenning. Hij grijnst en zijn ogen draaien verwilderd heen en weer. Hij schudt zijn lange grijze haar heen en weer. ,,Ben ik dat van vroeger? Ik herinner me daar niet zoveel van. Maar dat moet je me niet kwalijk nemen, want het gaat de laatste tijd niet zo goed met me. Ik heb leverkanker en krijg de ene chemokuur na de andere.’’ Zij ogen lichten op als hij me aankijkt. ,,Maar ondanks die kuren heb ik toch nog meer haren op mijn dan jij,’’ laat hij er met een bulderende lach op volgen. Meteen daarop verschijnt die verwilderde blik weer in zijn ogen. Hij nipt aan een glas whisky en vist met trillende vingers een sigaret uit zijn borstzak. ,,Verdomme, waar heb ik nou mijn aansteker gelaten? Ik ben dat ding steeds kwijt.’’ Hij pakt zijn gitaar op om erachter te kijken. Er komt een rammelend geluid uit het instrument. ,,Ha,’’ glundert de zanger, ,,daar zit-ie in.’’ Maar Wier blijkt motorisch zo gestoord dat hij er niet in slaagt de aansteker uit z’n gitaar te bevrijden. Dat moet z’n manager dan maar doen.

We zitten in de kleedkamer van the Saxon Pub aan Lamar Avenue, een slordige tien kilometer buiten het centrum van Austin, Texas. Rusty Wier treedt hier af en toe nog op. Zo lang zijn ziekte dat toelaat, ten minste. ,,Ik wou dat ik vaker het podium op kon, maar dat lukt helaas niet,’’ zegt hij dof. ,,Op een podium staan en mijn liedjes aan mensen laten horen. Daar draait mijn leven om. Maar ik kan het lichamelijk niet meer opbrengen, ik ben er veel te moe voor. Dat komt door al die chemokuren. Ik word daar trouwens ook een beetje gek van in mijn hoofd. Nou ja, dat was ik vroeger ook al.’’ Hij barst opnieuw in lachen uit. Zijn stemming wisselt tegenwoordig sneller dan het weer in Nederland. De zanger steekt zijn linkerhand op. ,,De vingers van deze hand zijn bijna verlamd,’’ zegt hij ineens mompelend. ,,Komt door die verrekte kanker. En dat is erg, want nou kan ik ook niet meer behoorlijk gitaar spelen. Zonder begeleidingsband ben ik eerlijk gezegd nergens. Maar godzijdank kan ik nog behoorlijk zingen. En ook heb ik nog altijd de inspiratie voor liedjes.’’ Hij kijkt me samenzweerderig aan, schuift zijn cowboyhoed naar achteren en fluistert: ,,Ik ben zelfs bezig met een nieuw album. Ik heb al een aantal nummers klaar en die zijn allemaal in de goeie ouwe Rusty Wier stijl: een mix van country, rock, folk en blues. Ik goochel er zelfs een vleugje gospel doorheen. Nee, niemand had ooit verwacht dat ik nog eens een gospelsong zou schrijven, Maar hoe zieker en ouder je wordt, hoe dichter je bij Jezus komt, zeg ik altijd maar.’’ En weer buldert hij van het lachen.

Tijd voor een nieuwe sigaret en een volgend glas whisky. ,,Nee, ik hoef daar niet mee te stoppen,’’ bezweert Wier. ,,De dokter heeft gezegd: het kan allemaal best, Rusty, Rook en drink maar zoveel als je wilt. Want je gaat binnenkort toch dood. Nou ja, die laatste woorden zei hij er niet bij, maar zo is het wel. En daarom wil ik het laatste eindje van mijn leven nog net zoveel genieten als ik heb gedaan in de tijd dat ik nog hier in Austin woonde. Ik heb een nieuwe vriendin en woon op dit moment met haar samen in Frisco, Texas. Ik ben blij dat ik weg ben uit Austin, want deze stad is niet meer wat hij was. Veel te groot geworden. Vroeger kon je hier op een avond wel met vijf verschillende bands jammen. Iedereen kende elkaar, maar die tijd is voorbij. Maar dat wil niet zeggen dat er in Austin niets meer te beleven is. Er is nog steeds de wereld aan muziek, maar het zijn voornamelijk jongelui die daarbij de dienst uitmaken en daar heb ik geen aansluiting bij.’’

,,Maar ik ben er niet minder gelukkig om,’’ zegt Wier filosofisch. ,,Ik ben nu 64 en het grootste gedeelte van mijn leven ben ik eigen baas geweest en heb ik gedaan wat ik wilde. Ik ga dus echt niet dood met gevoelens van wrok. Vooral toen ik kanker kreeg, kwam ik erachter dat ik heel veel vrienden heb. Ik ben zo stom geweest me nooit ter verzekeren en toen ik zek werd, dreigde ik meteen ook failliet te gaan, want die behandelingen kostten me een vermogen. Ik was alleen aan de eerste testen al 20 duizend dollar kwijt. Toen dat bekend werd, begonnen fans uit heel Amerika en sommige delen van Europa geld te sturen. Er werden zelfs benefietconcerten voor mij georganiseerd en dat heeft me diep ontroerd. Toen ik zo diep in de ellende zat, hoefde het leven voor mij niet meer. Ik heb er zelfs over gedacht er maar een eind aan te maken. Blij dat ik dat niet gedaan heb, anders had ik nooit geweten dat ik zoveel vrienden heb, ha ha.’’

,,Ik ben nooit beroemd geworden, maar toch heb ik mensen met mijn muziek in hun hart weten te raken,’’ mijmert Wier even later. ,,En dat heeft ervoor gezorgd dat mijn leven meer dan de moeite waard is geweest. Jammer dat ik dood zal gaan zonder het perfecte liedje te hebben geschreven, maar misschien bestaat dat wel helemaal niet. Ik heb heel wat nummers geschreven waarvan ik dacht dat ze goed waren, maar die binnen 24 uur toch weer naar de prullenbak zijn verhuisd. Ik heb er gewoon niet meer uit kunnen halen. Als ik nu op mijn leven terugkijk, vind ik dat ik het goed gedaan heb. Als ik het over mocht doen, zou ik alles precies hetzelfde gedaan hebben. Ik voel me gezegend dat ik een talent heb gekregen dat me in staat heeft gesteld helemaal mijn eigen gang te gaan. Ik vind het wel jammer dat ik door die verrekte kanker lichamelijk niet veel meer kan ondernemen. Na een avond optreden ben ik dagenlang kapot. En dan kom ik mijn appartement helemaal niet meer uit. Het enige wat ik op zulke dagen doe, is televisielijken. Lezen lukt niet meer, daar heb ik het concentratievermogen niet meer voor.’’

Photo © Henk Bleeker

Het begint ondertussen druk te worden in de kleedkamer. Een man met een grijzende baard stapt binnen en beent met uitgestoken armen op Wier af: Glen Spreen, producer van Wier’s eerste albums. ,,Man man,’’ hoest de zanger. ,,Het lijkt verdomme wel alsof mijn hele verleden vanavond hier samenkomt. Een Hollander die me een foto van 25 jaar geleden komt brengen en nu duikt mijn eerste producer ook nog eens op.’’ Wier wil een sigaret opsteken, maar kan zijn aansteker weer niet vinden. Hij rammelt ongeduldig aan zijn gitaar, maar daar zit-ie dit keer niet in. Spreen houdt hem gedienstig een vuurtje voor. De zanger trekt aan mijn mouw en vraagt naar de foto. Maar die heeft Wier’s manager Vicky Moerbe mij allang afgepakt. Het laatste dat ik weet is dat er enthousiast mee de zaal in is gelopen. Maar kijk, daar komt ze alweer vrolijk lachend aangebeend. ,,Je gelooft het niet,’’ kraait ze tegen mij, ,maar de eigenaar van de club waar deze foto is gemaakt, is hier vanavond. Wacht maar, hij komt zo.’’ En even later sta ik handen te schudden met een beer van een vent in korte broek waaronder hele dunne beentjes tevoorschijn komen. ,,Ja jongen, Austin is niet meer wat het was,’’ zucht hij. ,,Ik heb Smitty’s niet voor niets moeten verkopen.’’

Ondertussen schuifelt Rusty Wier voetje voor voetje naar het podium. Als het publiek hem in het oog krijgt, breekt er een luid gejuich los. Dat doet de zanger zichtbaar goed, want hij recht zijn rug en zijn gezicht wordt een en al glimlach. Hij zakt neer op een stoel achter de microfoon, pakt zijn gitaar en begint wat spastisch te tokkelen. Dan valt zijn band in en begint een show waarin Rusty Wier van nummer tot nummer groeit in zijn rol van entertainer. Stevige countryrock wisselt hij af met slepende countryballads en naarmate de avond vordert, lijkt zijn energie alleen maar toe te nemen. Niemand die zou zeggen dat hier een man aan het werk is die stervende is. Het is duidelijk dat Rusty Wier pas tot leven komt als hij voor een publiek staat. Met zijn grappen tussen de liedjes door windt hij de zaal moeiteloos om z’n vinger. Zijn bandleden laten sterke drank aanrukken en om de drie nummers heft Wier het glas op zijn publiek. Ondanks het rookverbod in de zaal wordt op het podium de ene na de andere sigaret opgestoken. Niemand die er wat van zegt. De sologitarist verontschuldigt zich halverwege het concert omdat hij even moet pissen. Het kan allemaal op deze broeierige avond in the Saxon Pub in Austin, Texas.

Na anderhalf uur beginnen de drank en de muzikale inspanningen toch z’n tol te eisen en Rusty Wier raakt duidelijk vermoeid. Na een hartverscheurende ballad over nooit nagkomen beloftes aan zijn moeder besluit hij er een punt achter zetten. De zaal joelt om meer, maar Rusty Wier kan niet meer. Na anderhalf uur beginnen de drank en de muzikale inspanningen z’n tol te eisen en Rusty Wier raakt duidelijk vermoeid. Na een hartverscheurende ballad over nooit nagekomen beloftes aan zijn moeder besluit hij er een punt achter zetten. De zaal joelt om meer, maar de zanger kan niet meer. Hij staat op en strompelt naar een deur de zijkant van het podium. Aan de andere kant staat zijn manager te wachten om hem met de auto naar huis te rijden. Voordat Wier de deur opent, draait hij zich nog eenmaal om naar de zaal en neemt zijn hoed af. Het resultaat is ontluisterend, want Wier lijkt meteen tien jaar ouder. Zijn lange grijze haar hangt in natte grijze slierten om zijn hoofd en in zijn naar boven gedraaide ogen verschijnt weer die verwilderde blik. Zo met die zwarte hoed tegen zijn borst gedrukt en zijn opgeheven hoofd ziet hij eruit alsof hij elk moment naar de hemel op kan stijgen. Maar de werkelijkheid is anders: Rusty Wier gaat af door de zijdeur en verdwijnt als een dief in de nacht.

Door Harry de Jong